In de jaren 60 is er een bekend model ontwikkeld door mevrouw Kübler-Ross over rouw. Het is een proces waarin 5 fasen van rouw elkaar in een vaste volgorde opvolgen. Het model van ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en aanvaarding. Mensen konden het “fout” doen als ze een fase niet doorliepen en het model suggereerde dat het verlies verwerkt kon worden als alle 5 de fasen waren doorlopen. Dan was het klaar en konden mensen weer verder met hun geluk.
Inmiddels is dit model verlaten en wordt er erkend dat rouw nooit klaar is en dat verlies en herstel samengaan. Het duale procesmodel van Stroebe en Schut toont aan dat verlies en herstel zich aandienen in het voortgaande leven. Er is geen begin, geen midden en geen einde. Het is een uniek en persoonlijk proces. Met dit gezonde rouw-traject vinden verlies en herstel tegelijk en afwisselend plaats. Het is een proces van geleidelijke integratie, van balans met degene of datgene die/wat wegviel. Het ontwikkelt zich in én door ons hele leven heen en maakt ons tot wie we zijn. In die zin gaat het dus nooit over. Het is veeleer een proces dat ons als mens vormt. En daarin schuilt wellicht de kracht van het proces van omgaan met verlies.